Omgangsvormen
Meliora voert een beleid om ongewenste omgangsvormen te voorkomen en waar nodig tegen te gaan.
Meliora vindt het van groot belang dat medewerkers, dienstverleners en cursisten kunnen werken in een prettige en stimulerende werksfeer. Toch kan het voorkomen dat een medewerker, dienstverlener of cursist zich binnen het bedrijf niet met voldoende respect behandeld voelt. Daarbij kan sprake zijn van seksuele intimidatie, agressie, geweld of racisme.
Meliora biedt voor alle medewerkers, dienstverleners en cursisten een veilige en prettige werkomgeving. Beleid ter voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen is hiervan een belangrijk onderdeel.
In deze informatie wordt beschreven wat ongewenst gedrag nu precies is en wat medewerkers, dienstverleners en cursisten kunnen doen wanneer zij worden geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen.
2. Ongewenste omgangsvormen
Ongewenste gedrag kent veel vormen. Het beleid van Meliora om dit tegen te gaan, richt zich o.a. tegen: seksuele intimidatie, agressie, geweld en racisme.
2.1 Seksuele intimidatie
Met seksuele intimidatie wordt bedoeld: de als ongewenst ervaren seksueel getinte aandacht, die verbaal, non-verbaal of fysiek kan zijn. Vrouwen en mannen van alle leeftijden gehuwd of ongehuwd, van alle functieniveaus kunnen last hebben van seksuele intimidatie. Niet alle seksueel getinte aandacht is seksuele intimidatie. Sommige mensen vinden het werk er zelfs leuker op worden. Maar zeker niet alle seksuele aandacht wordt als positief ervaren. Wanneer deze vorm van aandacht als negatief ervaren wordt is er sprake van seksuele intimidatie. Ook als iemand er niets mee bedoelt of zich er niet van bewust is dat de seksueel getinte aandacht onwelkom is spreken we van seksuele intimidatie.
Seksuele intimidatie is de ‘als ongewenst ervaren seksueel getinte aandacht, in welke vorm dan ook’. Wat echter voor de één nog net kan, wordt door de ander als onprettig of zelfs ontoelaatbaar ervaren. Seksuele intimidatie kan zich uiten in verschillende vormen.
Verbale vormen:
• Dubbelzinnige opmerkingen en grapjes;
• Vragen over het privéleven met name de seksuele kant ervan;
• Schuine moppen.
Non-verbale vormen:
• Pornoposters;
• Opdringerig gedrag;
• Seksueel getinte e-mails.
Fysieke vormen:
• Uitkleden met de ogen;
• Ongewenst lichamelijk contact zoals onnodig aanraken, beetpakken en zoenen.
• Seksueel geweld.
2.2 Agressie en geweld
Er zijn drie vormen van agressie en geweld te onderscheiden: verbaal, psychisch en fysiek. Bij verbaal geweld valt te denken aan schelden en beledigen. Bij vormen van psychische agressie gaat het onder andere om lastigvallen, onder druk zetten, bedreigen met fysiek geweld en pesten. De meest ingrijpende vorm is fysiek geweld, dit kan zich uiten in bijvoorbeeld schoppen, slaan, bijten en vastgrijpen. Ook het aanbrengen van vernielingen aan het materiaal van het bedrijf valt hieronder.
2.3 Racisme
Er is sprake van racisme als mensen op grond van ras, huidskleur, nationale of etnische afkomst, religie, seksuele geaardheid worden gediscrimineerd. Het woord racisme is verbonden aan het woord 'ras'. Hoewel er slechts één ras bestaat, namelijk 'mens', kunnen personen vanwege hun ras worden gediscrimineerd. Daarmee worden verschillen aangegeven tussen mensen, op basis van bijvoorbeeld huidskleur, ogen, haar of andere kenmerken. Ook de culturele, nationale of etnische afkomst wordt vaak gezien als teken dat mensen tot een andere 'soort' of een ander ras zouden behoren.
Racisme op de werkvloer is elk gedrag of handeling die tot doel heeft of kan hebben dat mensen met een andere huidskleur, nationale of etnische afkomst of godsdienst, ongelijk behandeld en achtergesteld worden.
2.4 Pesten
Op z'n tijd een grapje, een beetje plagen onder collega's: dat verlevendigt de werksfeer. Daar gaat het hier niet over. Vaak zeggen we: 'pesten, daar moet je tegen kunnen'. Pestgedrag is echter iets anders dan een grapje of een plagerijtje. Pesten heeft de bedoeling iemand echt te schaden. Om ten koste van iemand bepaalde voordeeltjes te krijgen. Iemand openlijk bespotten is geen grapje meer. En de meeste mensen voelen precies aan wanneer een grapje niet leuk meer is.
Het gaat om vijandig, vernederend of intimiderend gedrag, dat steeds gericht is op dezelfde persoon. Het gebeurt vaak en gedurende lange tijd. De persoon die het doelwit is, kan zich niet verweren. De ‘pester’, de collega die het vijandige, vernederende of intimiderende gedrag vertoont, heeft op een of andere manier meer macht dan het slachtoffer. Misschien is hij of zij lichamelijk sterker, beter 'gebekt', heeft hij of zij een hogere positie of krijgt meer steun van een groep. Pesten gebeurt meestal door één persoon. Of door een klein groepje, waarbij duidelijk één iemand het voortouw neemt. Soms loopt het pesten zo uit de hand, dat iemand uiteindelijk wordt gepest door de hele organisatie.
3. Het kan iedereen overkomen
Ongewenste omgangsvormen komen overal voor: in grote en kleine bedrijven, bij de gemeente, op scholen, in de gezondheidszorg of de horeca. Er bestaat geen prototype slachtoffer. Seksuele intimidatie, maar ook agressie en racisme komen niet alleen voor tussen mannen als dader en vrouwen als slachtoffer. Deze ongewenste omgangsvormen komen ook voor tussen mannen onderling, tussen vrouwen onderling en tussen vrouwen als dader en mannen als slachtoffer.
4. Gevolgen
De gevolgen van ongewenste omgangsvormen kunnen ernstig zijn. Slachtoffers voelen zich onprettig, ongemakkelijk of zelfs bedreigd. Dat kan leiden tot faalangst lusteloosheid, stress, concentratieproblemen en depressiviteit. Maar het kan ook leiden tot (ziekte)verzuim, of erger, tot arbeidsongeschiktheid. Ongewenste omgangsvormen verziekt de werksfeer en zorgt voor een onaangename en dreigende werkomgeving.
5. Praat erover
Het is belangrijk de ander te laten weten dat u ongewenste omgangsvormen niet accepteert. Veel “daders” beseffen niet dat hun gedrag ongewenst is en stoppen ermee zodra hen dat rechtstreeks wordt gezegd. Lukt of helpt een afwijzende reactie niet, praat er dan met anderen over. Door er zo snel mogelijk over te praten, kunt u voorkomen dat het erger wordt. Als u er niet over praat kunt u bovendien de indruk geven dat u instemt met het gedrag. Praten kan verlichting bieden. Personen met wie u zou kunnen praten:
• Uw direct leidinggevende: leidinggevenden moeten ervoor zorgen dat de werkomgeving en werksfeer goed zijn. Zo wordt de verantwoordelijkheid voor de oplossing van het probleem neergelegd bij de leiding.
• Een collega: praten met een collega kan opluchten of verlichting bieden, misschien zijn er collega´s die hetzelfde als u ervaren.
• De vertrouwenspersoon: iedereen kan terecht bij de vertrouwenspersoon voor een gesprek, advies en steun. Met de vertrouwenspersoon kunt u vrijuit praten. Hij bewaart de vertrouwelijkheid over al hetgeen haar ter ore komt en bieden ondersteuning en hulp bij het zoeken naar oplossingen.
Ongewenste omgangsvormen horen in een goede werksfeer niet thuis. Omdat alle medewerkers, dienstverleners en cursisten samen die sfeer bepalen, heeft iedereen er mee te maken. Dus ook als je zelf geen doelwit bent, moet je laten merken dat het gedrag onaanvaardbaar is.